Een soap rond de
Carolina-brug
Wie vanuit Paramaribo naar De Strafkolonie wil, dient nog steeds een wankel veerbootje te nemen. Dat had heel comfortabeler gekund, want al in 2007 zou nabij het dorp Carolina de brug over de Suriname-rivier worden opgeleverd. Helaas, de achtste aanvaring met een pilaar bleek een fatale.
Door Twan van den Brand
Lesley Artist wás onderwijzer in Redi Doti, het dorp dat naar de rode aarde is genoemd, gekleurd door het bauxiet. Hij, de dertiger, is nog altijd de lokale kapitein, maar tegenwoordig ook lid van de Nationale Assemblee, het Surinaamse parlement. Zijn partij is die van president Desi Delano Bouterse, de NDP dus.
Artist reageerde de afgelopen dagen niet op vragen over de Carolina-brug. Eerder toonde hij zich daar nog strijdbaar over. Een schande was het dat de dorpsbewoners nog altijd met een pontje de rivier over moesten. Foei, waarom was de brug de voorbije jaren niet gerepareerd.
Tijdens het eerste weekeinde van februari wil Artist zijn dorp informeren over de resultaten die hij als politicus binnenhaalde. Die variëren van het binnenhalen van een investeerder in het toerisme tot een woningbouwprogramma, van asfaltering van de wegen tot de aanleg van waterleidingen. Zal hij het zaterdag de 5e ook over de ravage in de rivier gaan hebben?
De getroffen Carolina-brug
Het is ach en wee met die nooit afgebouwde Carolina-brug. Een miljoenen kostend project, dat het oude houten exemplaar had moeten vervangen. Die ‘historische’ oversteek was door een boot geramd. De nieuwe brug verging het niet beter.
In mei 2005 heide de toenmalige president Ronald Venetiaan de eerste paal. Symbolisch althans. De 560 meter lange en 7,2 meter brede brug moest tweeëneenhalf jaar later klaar zijn. Gaandeweg werd de officiële oplevering vastgesteld op november 2007.
Zover zou het niet komen. Tijdens de bouw waren al zeven boten tegen een pilaar aangevaren, hoewel de vaargeul met boeien was aangegeven. De achtste keer kwam het einde. De kapitein van een zandboot geraakte tientallen meters buiten koers en ramde de bijna voltooide brug, die deels inzakte en uit het lood kwam te staan. De toenmalige minister van openbare werken Ganeshkoemar Kandhai reageerde in stijl: “Geen man over boord”.
Wankel
De vraag is of met de aanvaring erger is voorkomen. Want toen enkele Nederlandse bureau’s in opdracht van de regering een onderzoek instelde naar de constructie bleek die uitermate wankel. De pijlers zouden onvoldoende capaciteit hebben om het gewicht te dragen. Feitelijk staat er geen brug, rapporteerde onder meer Ballast Nedam aan Ramon Abrahams, een oude strijdmakker van Bouterse, tegenwoordig minister.
Ondertussen wordt er niks opgeknapt en moeten inwoners van Redi Doti met het veer de Suriname-rivier over, een tochtje van (officieel) telkens dik twee euro. Dat is voor de lokale bevolking een kapitaal. En verschillende partijen die bij bouw en ravage betrokken zijn, dreigen elkaar met juridische stappen.
Een van hen is Dilip Sardjoe, eigenaar van het conglomeraat Rudisa. Het was een van zijn boten die de brug de definitieve oplawaai verkocht. Hoewel hij daar zelf anders over denkt. “Hij heeft een pilaar aangevaren. Voor zover ik weet is een pilaar geen brug”, gaf de Hindoestaanse multimiljonair zijn zienswijze bloot aan het blad Parbode.
Het lijkt er dus niet op dat Sardjoe zijn vermogen zal aanspreken om de brug te herbouwen. Of hij het zich laat opleggen is zeer de vraag. Zijn positie is die van een sterke man. Vanwege zijn geld, vanwege zijn vooraanstaande positie als politicus, vanwege zijn zakelijke imperium. “De meeste Surinamers sliepen terwijl ik wakker was”, zo beschreef Sardjoe tegenover World Investment News hoe hij een van ’s lands rijkaards was geworden.
Dilip Sardjoe (tweede van rechts)/Foto Dagblad Suriname
Dit jaar wordt hij 62 en wil dan met pensioen. Er blijven genoeg speeltjes over, want Sardjoe beweegt zich op vele fronten. Eén bezigheid: uitgever van het overigens Nederlandstalige dagblad Times of Suriname. “Mijn krant schrijft niet dat ik iets moet betalen”, zei deze Surinaamse Berlusconi, en toen had hij het weer over de verantwoordelijkheid voor de geruïneerde Carolina-brug.
Vooralsnog dus geen helderheid voor de inwoners van Redi Doti, het indianendorp nabij de voormalige strafkolonie Jodensavanne. Zij worden gevangen gehouden door een twist in hogere sferen. Hun weg naar de wereld wordt weer versperd. Ook de vorige brug, ja die historische houten, werd door een boot vernield zonder dat er iemand aansprakelijk bleek. Gaat die geschiedenis zich nu herhalen? Wie weet zal dorpshoofd Artist dat in het eerste weekeinde van februari toch ophelderen.